dinsdag 31 mei 2011

Dag 17 31-05-2011 van Melle naar St. Jean d’Angely

Het was koud vanmorgen en we zijn al moe van het gesjouw van alle bagage de trappen af, tweehoog, nog voor we gaan fietsen. Er zit wel iemand aan de balie, maar even helpen was er gisteren en vandaag echt niet bij. Service van de dure hotels, want in de kleinere Etap en Formule 1 hotels ondervinden we veel meer hulp en vriendelijkheid. Men laat hier ook duidelijk merken dat we geen ontbijt nemen, maar 10 euro per ontbijt p.p. dat eten we er beiden niet van af. We zijn duidelijk van de mindere stand in de ogen van het personeel. Gelukkig staan we daar zelf ver boven. Het enige wat we missen is thee en koffie, maar voor de rest hebben we heerlijke verse broodjes van de bakker  als ontbijt.
Zijn om 8.20 vertrokken met korte fietsbroek, maar binnen het uur wordt het allemaal verwisseld voor de lange broek. De wind hebben we opzij vandaag en dat is heerlijk rijden. Even buiten La Chauviere, in het Foret d`Alnay, lopen we een weg mis, maar het wordt  goedgemaakt doordat we een jonge vos voor ons uit zien lopen met een vogel in zijn bek. Hij blijft steeds staan, draait zich naar ons om en loopt dan weer door op de weg, zeker 5 minuten lang. Het lijkt een spelletje, maar het feit dat hij niet echt bang is voor ons en wij extra langzaam rijden om ervan te genieten geeft een fijn gevoel. Dat hadden we toch maar gemist als we de goede weg hadden genomen. 

In Aulnay drinken we koffie, ontmoeten een Hollander die met een groep Engelsen een fietstocht maakt. Een van die Engelse dames spreekt mij aan en wijst op de Hollander, die hier een huis heeft. Zijn vrouw woont hier de meeste tijd van het jaar. Hij is leraar en reist heen en weer. Over twee jaar gaat hij met de fut en voorgoed in Alnay wonen.
Broodjes gehaald bij de bakker en in een cafeetje bij de thee en cola opgegeten. Een half uur later weer op weg. Een groep Fransen, op weg naar St. Jacques,  is net als wij op zoek naar de goede weg. Zij blijven zoeken, terwijl wij even terugrijden, vragen en al snel de juiste weg hebben gevonden.

In Nuaille s Boutonne Maken we wat foto´s en rijden we over 6 kleine bruggen waar het riviertje de Boutonne stroomt. Kwart over twee rijden we St.Jean d ´Angely binnen. Bij de VVV horen we dat we in de Abdij mogen slapen voor 12 euro p.p. Het heet Abbaye de Royale. Het doet me denken aan mijn kostschool in Oegstgeest, waar ik als kind heb gezeten. Alleen veel groter. Kleine en grote gangen, diverse binnenplaatsen  en een monumentale uitgesleten trap. De foto’s houden jullie tegoed. Ontbijten kunnen we morgen in het dorp. De Abdij is 3 keer verwoest door de Noormannen een bekende pelgrimsplaats op de St. Jacobsroute. In 817 stichtte Koning Pepijn van Aquitaine deze abdij op de fundamenten  van een kerkje uit 402.  

In de plaats voor St.Jean d ´Angely, helaas heb ik bij de VVV geen boekje met de naam bij me, stond een oorlogsmonument uit 1914. Daarnaast een hoekje tussen de bomen waar Wiel even uit zit te rusten.
Omdat we hier geen wifi hebben zetten we alleen wat foto´s erbij die we onderweg gemaakt hebben, maar niet van dit prachtige plaatsje. We moeten op tijd bij de VVV, Office de tourist, zijn, dan mogen we daar alles even op internet zetten. Niet zo´n lang verhaal dus, morgen meer. Wordt ook een langere tocht naar Royan.
Gereden kilometers 58.62  in 5.00 uur. Gemiddelde snelheid 16.71 km.p. uur.




Deze foto van Wiel is te leuk om niet te plaatsen

maandag 30 mei 2011

Dag 16 30-05-2011 van Poitiers naar Melle

Saint Martin de Tours

Vanmorgen vertrokken we met een beetje regen, maar niet de moeite waard om er een regenbroek voor aan te trekken. Die paar druppels op je benen voelt fris aan, want koud is het hier echt niet. Zelfs de nachten zijn niet meer koel. Rond 9.15 u. komen de eerste voorzichtige zonnestralen en prompt de kleine vliegjes, die een echte plaag zijn. In mum van tijd zitten de fietstassen, de gele hoezen en en wij zelf onder die kleine terriërs. Mijn ogen zitten in korte tijd dicht. Een zonnebril die ik had willen kopen had zulk een moeilijke omvang om op te bergen dat ik die op aanraden van Wiel niet had genomen. Hij had gelijk, ik kon hem nergens opbergen. Maar aangezien hij de zijn nooit draagt krijg ik die op mijn neus gepint. Meer bril dan gezicht, maar het beschermt uitstekend.
Hebben gisteravond ontdekt dat we te weinig drinken. Onze huid blijft staan als we deze omhoog trekken op de benen. Vandaag dus het dubbele gedronken. De eerste 15 a 20 km. is het behoorlijk klimmen, allemaal Coubergjes, maar het wordt altijd weer beloond door een heerlijke afdaling die veel te snel voorbij is en een nieuw klim in het vooruitzicht geeft. Daarna wordt het landschap glooiend met lichte heuvels en dalingen. In Vivonne begint de harde wind weer op te spelen en ….., hoe kan het ook anders, altijd tegen ons. We rijden op een luchtgrens, weet geen ander woord ervoor. Links van ons schijnt de zon en rechts van ons is het zwaar bewolkt. Wij rijden precies op die wolkengrens, een heel bijzonder gezicht en nooit eerder meegemaakt.
Ons hotel in Melle
Het Heeft vanaf 5 mei niet meer geregend in dit gebeid van Frankrijk en dat is duidelijk te zien. De rijkere boeren sproeien, arme boeren moeten maar afwachten wat het land op gaat brengen. Het koolzaad staat te verdorren op het land, evenals bonen, graan en zelfs het goudgele koren heeft hele gele stengels aan de onderzijde. Maïs en zonnebloemen die zo af en toe wel opkomen en hele stukken waarin het zaad niet eens tot een plantje is ontkiemd door de droogte. Het doet weer denken aan Wil den Hollander: ‘en de boer hij ploegde voort’. Maar op deze manier is er niets te oogsten en te ploegen. Heel triest. Voor ons is het heerlijk rijden. In de middag is het rond de 28 graden.

In Savage eten we op een terrasje ons stokbrood. Zolang je drinken koopt, mag je je eigen brood eten. We hebben veel bekijks, blijkbaar komen er weinig trekkers deze route langs. Een man blijft net zo lang om ons heen draaien tot hij moed heeft verzameld om te vragen waar we vandaan komen en naar toe gaan. Zodra hij alles weet loopt hij het café weer in, verteld zijn verhaal en vertrekt naar huis. We missen op deze route wel de Jacobssticker, maar alles is goed aangegeven en het is hier weer eens een ander landschap.
In Melle aangekomen zoeken we een hotel. De eerste is vrij duur. Bij de VVV hebben ze een Gites voor ons, 7.30 euro p.p. Dat is voor niets. We krijgen een code mee en nu maar op zoek. Melle ligt in een dal en wij waren van boven gekomen, dus weer die heuvel opgereden, een aardige Cauberg. Bovenaan gekomen bleek dat wij de verkeerde heuvel hadden genomen. Weer naar het dorp en opnieuw de andere heuvel beklommen beiden zo’n 8 a 9% en een half uur verder. In de Gites, die we met heel veel moeite vonden drukken we de gekregen code in en schrikken ons echt rot. Ik ben niet kinderachtig, maar moet Wiel gelijk geven dat we hier niet kunnen slapen. De voorgangers hebben van alles achtergelaten wat niet thuis hoort in een Gites. Dan het andere hotel daar vlak bij. Het is net zo duur, maar ligt meer dan 2 km. van het dorp. Normaal niet erg, maar we moeten eten en het restaurant vlakbij het hotel is juist vandaag gesloten. Hoe kan het ook anders. Weer terug naar de VVV, waar we direct ons geld terug krijgen en het gemeentehuis wordt gebeld om schoon te maken.

Dus 10 km en anderhalf uur later toch maar het eerste dure hotel genomen in het centrum. Alles tweehoog de trappen opsjouwen betekent 2x al die trappen op en neer. We fietsen liever 60 km, dan al die trappen opsjouwen en morgen alles er weer af. Het is inmiddels half vijf voor we op orde zijn en in het stadje wat drinken. De restaurantjes en pizzeria gaan pas om zeven uur open en we hebben honger. Terwijl we dan maar liever een bakker zoeken, worden we aangeroepen door een jonge vrouw met twee kinderen in een fietskar. We denken dat ze iets wil vragen en zeggen dat we geen weg weten. Maar dat had ze al begrepen. Ze vroeg of we iets zochten. Ja, de bakker en leggen uit dat de pizzeria nog gesloten is. Tot onze verrassing nodigt ze ons uit in haar huis om spaghetti te komen eten. Wiel twijfelt, maar ik neem de uitnodiging direct aan. Dit was zo spontaan en leuk aangeboden dat het onbeleefd is om af te slaan. We halen eerst de oudste zoon van school en lopen dan naar hun huis. Het is een heel groot huis en ze huren het, omdat ze samen met nog een paar andere stellen een aantal kleine huisjes willen kopen met een gezamenlijke ruimte om te praten en mediteren. Julie is 3 dagen per week lerares aan het plaatselijke Lyceum en Pierre geeft 2 dagen les op een lagere school. Zo hebben ze ook tijd genoeg voor hun drie kinderen.
Er is een grote tuin achter het huis met fruitbomen en kruiden. Een heerlijke speelplaats voor de kinderen. Ik mag foto´s maken terwijl Julie eten maakt. Het is gezellig en we verstaan elkaar goed in het Engels. Als Pierre later thuis komt van school spreekt hij met Wiel Duits, die vindt dat makkelijker, hoewel hij zich best goed red met Engels. Na de koffie en thee brengt Julie ons weer naar het hotel waar we met een omhelzing afscheid nemen. Zij hadden 10 jaar geleden net zoveel gastvrijheid ondervonden toen ze op de fiets rondtrokken en geven datzelfde nu door aan anderen. Ik heb leuke foto´s van ze gemaakt en zal ze straks nog doorsturen. Wat een heerlijke dag. Vanmorgen twijfelde ik of we wel de goede route namen langs de kust. Later besefte ik dat welke route we ook kozen het altijd de goede moest zijn, omdat niets voor niets is in het leven. Dit is het eerste cadeautje op deze route wat we hebben gekregen. Welterusten allemaal en tot morgen.
Gereden kilometers 73.17  in 6.15 uur. Gemiddelde snelheid 15.70 km.p. uur.
PS: Het uploaden van foto's kan pas als het artikel geplaatst is, dus zit daar altijd even tijd tussen


zondag 29 mei 2011

Dag 15 29-05-2011 van Chatellerault naar Poitiers

Van Chatellerault naar Poitiers is maar rond de 40 km en gaat over klimmetjes van 8 en tien %. Best pittig. In Vieux-Poitiers  Staan nog overblijfselen van Romeins Amfitheater.  Meestal zegt het me niet zoveel, maar dit grote gebouw vind ik toch wel mooi.
In Dissay is een marathonloop aan de gang door het dorp. Bij ons zou alles keurig worden afgezet, maar hier loopt en rijdt alles door elkaar, terwijl daar nog eens tegenin laveren met de fiets, omdat het eenrichtingsverkeer is, behalve voor fietsers. Midden in het dorp staat een prachtig kasteel uit de 15e eeuw Het was het voormalige zomerverblijf van de bisschop van Poitiers. Het is nog prachtig onderhouden, evenals het park er omheen. De rit is zwaar en mijn knieën laten het een beetje afweten. Vooral de linker, die ik vanmorgen behoorlijk had gestoten. Gisteren ook een dag zonder handschoenen gereden. Uit ijdelheid natuurlijk. Staat zo raar, witte handen en bruine armen. Maar ook dat moet ik vandaag weer bekopen. De handschoenen dus weer uit de tas gepakt en de muisjes worden weer een beetje ontzien, van de handen dan, natuurlijk.
Binnenkomst in Poitiers
In St. Georg-les-Baillargeau hoor ik constant hoesten en kokhalzen achter me. Ik weet precies wat er aan de hand is. Frankrijk wordt geteisterd door miljoenen kleine vliegjes, en wij daarbij. Ze zijn maar een millimeter groot maar kruipen in huid en haar. We worden constant door hele zwermen belaagd. Wiel reed dus even met open mond en ja hoor, dat was een prachtige landingsplaats voor ze. Hij is er misselijk van. Ik moet er om lachen, maar even later zweven ze ook bij mij in haren en ogen en kan ik alleen nog maar spleetjes openhouden om wat te zien. Zelfs daartussen kruipen ze nog in je ogen. Het is al twee dagen dat we hier last van hebben en het wordt nu later in de middag steeds erger.
 Zijn rond twee uur in Poitiers. Ontmoeten daar een andere Nederlander. Staan minstens een half uur te praten en besluiten dan samen de jeugdherberg te zoeken. Wiel wilde eigenlijk liever doorrijden, maar als we in het boekje kijken blijken er de eerste 45 km. geen bedden te vinden zijn. Het zoeken naar de jeugdherberg heeft nogal wat voeten in de aarde en er wordt menig keer verkeerd gereden. Klimpartijen ook in de stad van zo’n 10 tot 11% maken dat je er schoon genoeg van krijgt. Na 4 km nog steeds geen jeugdherberg en Wiel en ik haken af. We zoeken het wel in de stad, was de gedachte. Niet wetende dat daar de kleine en vooral betaalbare hotels niet open zijn op zondag. In de stad zelf is ook niets te doen. We eten rond half drie uiteindelijk bij Mac Donalds maar een hamburger, nog redelijk te pruimen, en bezoeken dan twee kathedralen van de vier.
De eerste, in het centrum de Notre Dame de la Grande. Een mooie Madonna in het midden op het altaar, pilaren en plafonds beschilderd, Ik vind hem prachtig van binnen en buiten. Als we later op zoek gaan naar de grote kathedraal is het alsof je een dreun krijgt. Ik kan er niets moois aan vinden. Er zijn ook maar twee mensen aanwezig. Een priester of bewaker van de kerk is helemaal niet te vinden. Volgens de Nederlander en volgens het boekje is Poitiers een mooie stad en het zal wel aan ons liggen dat we het daar niet helemaal mee eens zijn. Misschien zijn we het ook wel moe van al het geklim en geen onderdak in het centrum kunnen vinden.
Dan maar op zoek naar een Etap hotel. Ligt wel ver buiten de stad, maar we hebben er geen spijt van al was het tijdens dit zoekwerk ook weer heuvel op en af en dat zijn beslist geen kleintjes. Frankrijk op zaterdag en zondag is qua hotels echt een probleem. Na even praten mogen we de fietsen op de kamer zetten, anders moeten ze buiten blijven staan en dat is ons hier te riskant.
Als we de fietsen afladen ontdek ik dat een deel van de kleren in mijn plunjezak helemaal nat zijn. Een zak met vochtige washandjes, voor onderweg, heeft klem gezeten tussen de snelbinders en is door de extra plastic zak eromheen toch gaan lekken. Afijn, het was toch wasdag, dus een stukje meer of minder wassen maakt niet uit. Eerder het drogen. Maar goed, wat nog nat is hangen we morgen gewoon aan de fiets. We hebben besloten om toch morgen de kustroute te nemen. Wel het risico van meer wind, maar daarentegen weer eens een andere omgeving.
Gereden kilometers 59.59 in 7.45 uur. Gemiddelde snelheid 14.35 km.p. uur.

zaterdag 28 mei 2011

Dag 14 28-05 van Tours naar Chatelleraut

Gisteravond om half tien het bed ingedoken en vanmorgen om half acht wakker geschrokken. Beiden vannacht wel even opgeweest, om te ontdekken dat de wifi niets deed, ook vanmorgen niet. Dus is het eerste vanavond wat we nakijken wie allemaal geschreven heeft. Straks antwoord op alle boodschappen. We ontdekten gisteravond ook dat we al 1/3 van de route er op hebben zitten. Maar…….., het moeilijkste stuk moet nog komen, dus juichen we niet te vroeg.
Het zonnetje staat stralend aan de hemel. Na het ontbijt worden we aangehouden door een Japanse die in Canada woont. Ze wil van alles weten over onze route en waar we vandaan komen. Houdt veel tijd op, maar de belangstelling is ook leuk. Terwijl wij vertrekken horen we het haar aan andere mensen ons verhaal doorvertellen. Ons hotel zat al op de route, dus hoeven we niet te zoeken. Een half uur later ontdekken we een grote supermarkt, waar we brood en kaas halen. Wiel moet het brood wel zelf snijden. Lukte niet zo best, maar een van de vrouwelijke klanten, waarbij hij zijn charme natuurlijk liet werken, schoot hem te hulp. Intussen pas ik buiten op de fietsen. Komen twee wandelaars tegen, op weg naar St. Jacques.
In Avertin zien we voor het eerst een routebord van de St. Jacobsroute Haarlem. Geweldig, het geeft inspiratie. Je weet weer warvoor je het doet. Het weer wordt steeds lekkerder. Heb een T-shirt van Wiel aangetrokken zodat ik niet kan verbranden. Op 14.5 km. van Tours staat een groot bord: Santiago nog 1447 km. Moet je natuurlijk wel de goede route volgen. Echter dat is nu minder een probleem, want op heel veel punten vinden we de blauwe sticker van het genootschap.
In Veigne, waar we onder de tunnel vandaan komen is een groot ongeluk gebeurd met een motorrijdster. Ze ligt doodstil in een perk. Overal glas op de weg en de ziekenwagen in aantocht. Het moet net gebeurd zijn. Vier agenten zijn met haar bezig. We rijden snel door, willen niets zien en weten. Er zijn al kijkers genoeg. Het is vandaag een prachtige route, ontspannend rijden met weinig tegenwind. Even voor St. Catherine de Fierbois zien we tegenover een woning een prachtige vijver met tuin, zonder dat daar een huis op staat. We vragen toestemming om daar te picknicken. Krijgen we, mits we geen rommel achterlaten. Doen we sowieso nooit. Het is kwart voor een en we hebben er 33 km. opzitten.

Foto onder: St. Maure de Touraine
In Nouatre, we hebben ongeveer 54 km. gereden besluiten we het slaapadres te zoeken. Het onderdak is verdwenen. Geen probleem, rijden verder naar Pussigny. De dame die Chambre d’hotes verhuurt is ermee gestopt en de Gites des France is gesloten. Maar zegt iemand in Les Ormes is een hotel. Helaas gesloten. De vrouwelijke bakker belt wat adresjes af, maar nergens onderdak. Uiteindelijk weet ze een hotel in Dange-St-Romain. Het eerste hotel is gesloten. Er komen nog twee fietsers aan die op zoek zijn. Ik zeg dat er nog een hotel is en ze rijden snel vooruit. We komen gelijk aan. Er blijkt nog maar 1 kamer te zijn. De andere twee zijn op de gewone fiets en zien er moe uit. Hij is ook al een stukje ouder. Zij maken een rondreis door Frankrijk. We laten ze voorgaan. De hotelhouder laat ze echter al die tijd buiten staan. Wij zijn pelgrims en hij wil eerst zorgen dat wij onderdak hebben, dus belt hij allerlei adressen voor ons af. Intussen raken wij aan de praat met het andere stel. De man woont al 60 jaar in Nieuw Zeeland. Spreekt nog perfect Nederlands. Zijn vrouw komt daar vandaan. Uiteindelijk komt de hotelhouder weer naar buiten en raad ons aan door te rijden naar Chatellerault. Daar zijn genoeg hotels. Je voelt dat hij het heel erg vind dat we nog 14 km. moeten fietsen. Maar eerlijk gezegd vinden we het helemaal niet erg. De weg is heerlijk om te rijden, het is zalig weer en wat maakt die paar kilometers nog uit als je je goed voelt.
Onderweg komen we langs een wasplaats. Voor vermoeide voeten heerlijk om even in het water te gaan zitten, al is het ijzig koud. Wij doen het dus maar even niet. Er stopt een auto bij de wasplaats en een man pakt twee waterkannen. Vult ze steeds opnieuw met water om dat in een grote tank in zijn busje te gooien. Rond half zeven zien we een Lemon hotel voor 22 euro per nacht. Het ziet er keurig uit en voor 30.60 incl. ontbijt. Kunnen we prima slapen. Dit is zoals het hoort voor pelgrims, niet te duur. De fietsen mogen dit keer zelfs op onze kamer staan. Een beetje krap, maar prima te doen. Er is zelfs een ijskast aanwezig. Wiel gaat boodschappen doen, terwijl ik de accu’s, telefoons oplaadt en de computer aansluit om te schrijven. Moet het Genootschap wel inlichten dat de slaapplaatsen in het boekje niet meer van toepassing zijn.
Bedankt voor alle felicitaties. We genieten nog steeds en het wereldnieuws volgen we beslist niet. We kunnen het Frans op de tv toch niet verstaan. Voor de mensen die nog steeds moeite hebben om als volger op de site te komen en dat graag willen, neem even contact op met mijn dochter Diane Ildiz: 045-5427521.

Gereden kilometers 86.60 in 9 uur. Gemiddelde snelheid 16.54 km.p. uur.

vrijdag 27 mei 2011

Dag 13 27-05-2011 van Blois naar Tours en groot nieuws

Eerst nog even terug naar gisteren. In de ochtend was een deel van mijn voorste spatbord afgebroken. De stang die dat vasthield kreeg Wiel maar niet goed bevestigd. Uiteindelijk heeft hij de andere zijde zo verbogen dat het spatbord nu professores vast bllijft zitten. Ook vandaag heeft het zich goed gehouden en laten we hopen dat dit de enige pech blijft.
Gisteravond rond kwart voor tien kwam een verheugend sms’je binnen van Andre Brouwer. Secretaris van het genootschap van St. Jacob.
Vandaag antwoord gekregen van het pelgrimsbureau. Ze erkennen de fiets met elektrische ondersteuning als op eigen kracht. Vr. Groet Andre Brouwer”
Geweldig nieuws om te horen en opgewekt in slaap gevallen. Echter niet voor lang. Vannacht om 3.15 uur ging het brandalarm af. In het begin dringt het niet tot je door, maar als het aan blijft houden trek ik wat aan en loop de gang op. Heel frappant, het waren allemaal vrouwen die kwamen kijken wat er aan de hand was, de mannen bleven in bed liggen. Stel dat het echt brand was geweest??? Op gegeven moment liep de security langs om iedereen gerust te stellen. Er was ergens kortsluiting. Net in slaap gevallen, opnieuw het brandalarm. Toch weer kijken en ja hoor 1 man, de rest alleen weer de vrouwen in hun nachtkleding op de gang. Ook Wiel blijft lekker liggen en trekt zich er niets van aan. Snurkt binnen vijf minuten weer verder.
Als ik vanmorgen met moeite mijn ogen open maak, is Wiel al gewassen en geschoren. We weten niet eens meer wat voor dag het is. Laat staan dat we weten wat er overal in de wereld gebeurd. Moeten vanmorgen de telefoon erbij zoeken om te kijken naar de dag en datum.
Vertrekken vanmorgen om 9 uur. Het heeft geregend en het is koud en guur. Warm aangekleed stappen we op de fiets. We besluiten om niet de voorgeschreven weg te nemen, maar de kortste route langs de Loire. Eerst rijden we langs de rechterkant, maar bij Chaumont sur Loire steken we toch de brug over om de D 751 te nemen, de wijnroute.
Hierlangs liggen allemaal proeverijen en natuurlijk verkooppunten. Het is een stuk rustiger en fijner rijden. Om te klimmen hadden we vandaag niet veel zin, komt nog genoeg komende dagen. Het weer ziet er dreigend uit en onderweg vallen wat regendruppels. Toch boffen we als steeds.
Op het moment dat we vertrokken was het droog en wat er valt is niet de moeite waard. Het levert  onderweg prachtige wolkenvelden op, op menige foto goed te zien.
In Amboise rijden we eerst tot halfweg de brug op. Van hieruit kun je het kasteel, waar menige Franse koning is geboren, bewonderen en goed fotograferen. Het ligt op een loodrechte rots tegen de stad aan. We lopen het stadje in, eten op een terrasje een broodje gezond met een heerlijke pot thee voor mij en voor Wiel een cola. Hij is totaal afgeknapt op de Franse prut kopjes koffie, die in een slok leeg zijn.
Rond kwart voor drie rijden we Tours binnen. Eerst in de kathedraal de boekjes laten stempelen. Terwijl ik de buitenkant  fotografeer, hoor ik naast mij een jongeman  tegen een vrouw in het Nederlands uit een boekje over de stad voorlezen. We raken in gesprek. Ze blijken net een week getrouwd te zijn en op huwelijksreis. Zij maken een foto van ons voor de kathedraal, ik van hun samen. Daar krijg je niet zo vaak de kans voor om er samen op te staan. Even later een Hollands stel ontmoet die op de terugreis waren van Santiago. Vonden het in Spanje erg zwaar rijden, daar waren die Pyreneeën niets bij vergeleken, zeiden ze. Daarom op de terugweg tot de Franse grens de trein genomen, 12 uur lang en daarna weer terug naar Holland op de fiets.
Vanuit het Etap hotel even naar de stad voor een heerlijk bord kebab met sla en vanavond weer vroeg onder de wol.
Gereden kilometers 65.69 in 5.45 uur. Gemiddelde snelheid 16.79 km.p. uur.

donderdag 26 mei 2011

Dag 12 26-05-2011 van Orléans naar Blois

Vanmorgen om 8.45 uur vertrokken na een leuk afscheid van de hotelhouder en alle mensen die daar logeerden. Een oudere man, die net aan zijn heup was geopereerd, de hele dag niet anders deed dan wat drinken, afgewisseld met roken. Een lief gezicht en klein van stuk. Hij wilde zo graag met ons praten, maar er moest altijd iemand zijn die het vertaalde. Een jonger man, wat hij deed weet ik niet, maar hij wilde ons mailadres, dus heb ik hem een kaartje gegeven, dat werd opgeborgen alsof het van goud was. De eigenaar, een nog jonge Marokkaan en keiharde werker en de man van de keuken. Ze wensen ons allemaal een goede reis en zwaaien ons nog na door de ramen.
We zijn net op weg als ik nog een afscheidsfoto van Orléans maak en met Wiel de weg zoek. Terwijl ik me omdraai bots ik tegen een fietser op. Hij pakt me beet en vraagt wel 3x of ik me niet heb bezeerd. Brengt ons gelijk naar de goede weg, omdat hij in de gaten had dat we aan het zoeken waren hoe te rijden. Het is net of van bovenaf iedere keer engeltjes worden gestuurd om ons de weg te wijzen of te helpen. De man had trouwens prachtige ogen, maar dat had Wiel niet gezien. De wind is hard en koud en natuurlijk altijd weer tegenwind. Dus even later de lange fietsbroek over de korte heengetrokken.
Even voor Clery St. Andre ontmoeten we een wandelgroep, terwijl we even uitrusten. Ze willen alles weten over onze elektrische fietsen, iets wat in Frankrijk nog nauwelijks bekendheid heeft. Ze houden ons meer dan een half uur aan de praat. Is ook heel gezellig. In Clery  staat de Maria kerk met een speciale hoek ingericht voor St. Jacques /Jacob. Jammer, het is een beetje weggemoffeld. Koning Louis XI had een speciale band met deze plaats en veel pelgrims op weg naar Santiago hielden hier een moment van rust. Het stadje werd in 1428 door de Engelsen verwoest en Louis XI gaf zijn gewicht in zilver aan de stad om het weer op te bouwen. Als ik binnenkom in de kerk zit er een vrouw te huilen. Wiel had haar ook al zien zitten. Mijn eerste neiging is om haar even over haar hoofd te strelen, maar durf het toch niet. Later heb ik er spijt van mijn ingeving niet te hebben gevolgd. Wie weet had het een beetje geholpen. We hebben wel voor iedereen samen een kaarsje opgestoken. Dat proberen we zoveel mogelijk iedere dag te doen.
In Beaugenoy rijden we rond, zien op een pleintje weer een beeltenis van Jeanne d´Arc met daaronder zittend op de rand van het standbeeld een Frans echtpaar die hun broodje eten.
Samen met Alain en Michèle Daumont.
Wiel raakt in gesprek met ze en die dag komen we elkaar steeds weer tegen. Zelfs in het restaurant vanavond, waar we eten, komen ze binnen lopen. Ze komen uit Lyon en zijn met de auto naar Nevers gereden. Maken van daaruit een fietstocht langs de Loire.  Sliepen vanavond dus ook in Blois en gaan morgen, net als wij, door naar Tours. Zie foto samen.
Wiel en ik eten in een klein cafeetje een tosti,  dachten dat het iets stevigers was, en rijden verder. De hele tocht gaat langs de Loire. Prachtig, waren het niet dat we constant die zware wind tegen hadden. Het is een van de zwaarste ritten tot nu toe. De wind is zo hard en natuurlijk altijd tegenwind, dat ik respect heb gekregen voor Wiel. Normaal rijdt hij altijd achter mij om alles in de gaten te houden. Bovendien zou ik niets zien dan een brede rug, terwijl hij zo over mij heen kan kijken. Maar halverwege de tocht gaat hij voorrijden om mij een beetje uit de wind te houden. Rond een uur of twee ben ik bekaf en krijg een inzinking. De onderste fietsbroek had ik al uitgetrokken tijdens de lunch, ging alleen maar pijn doen. Maar al mijn botten doen op gegeven moment zeer. Het is voor mij vandaag een gevecht tegen de natuur en ik ben blij dat we de laatste vier km. door het bos rijden. Hier komen we Alain en Michèle voor de vierde keer tegen. Ze hadden een lekke band. We hoefden niet te helpen, riepen ze,  en reden door.
Even voor we de bossen in reden kwamen we door het plaatsje Menars. Rijden we langs een Chateau met een 17e-18e eeuwse muur van bijna dan 2 km. lang. Het is het kasteel geweest van Madame de Pompadoer en achter de lange muur liggen de tuinen. Voorbij de lange muur rusten we even uit en ontmoeten daar een echtpaar uit Holland op de elektrische fiets. Zij staan met de caravan in de buurt en maken tochtjes. Het bezorgt mij een extra adempauze, want Wiel geniet ervan om met iedereen even een praatje te maken. Hij geniet tot nu toe meer van de tocht dan ik ooit had verwacht.
In Blois vinden we al snel een Etap hotel, zowaar door de tomtom,  en ik duik direct op bed. Wiel zorgt voor de accu´s en gaat als eerste douchen. Een half uurtje liggen en een warme en koude douche om na te spoelen, maakt dat ik weer mee het stadje in kan. Het is een prachtig vestingstadje en minstens zo mooi als Orléans om te bekijken. Het Koninklijke Chateau de Blois, uitkijkend over de Loire is schitterend om te zien en te fotograferen en was een belangrijke residentie voor het Franse koningshuis.
Aan de voet van het kasteel is de Eglise St. Nicolaas, zie foto, met een prachtig portaal. Als je binnen zit kun je niet anders dan even de tijd voor jezelf nemen, zoveel rust als deze kerk uitstraalt. Zelfs Wiel is er stil van. Blois is een stadje vol historie en in een paar uurtjes kun je lang niet alles zien. Het staat vol met oude muren en trappen en een paar dagen kun je hier makkelijk zoet brengen. Wie weet, iets voor de toekomst. Rond 20 u. zijn we terug in het hotel. Wiel ligt uitgeteld op bed, terwijl ik nog even dit berichtje schrijf. Als ik nu straks dit voor ga lezen zegt hij rustig dat hij niet heeft geslapen, alleen maar gerust, maar zijn snurken zegt anders. Geeft niets. Hij heeft het voortouw genomen vanmiddag, petje af voor hem.
We kijken vanuit de hotelkamer uit op zo´n oude stadsmuur, die vol zit met broedende duiven in de gaten van de muren. Hoe ze zich staande houden op die schuine richels is mij een vraag. Welterusten allemaal.
Gereden kilometers 69.96 in 7.45 uur. Gemiddelde snelheid 15.21km.p. uur.

woensdag 25 mei 2011

Dag 11 25-05-2011 Rustdag in Orleans

Vanmorgen om 8 uur wakker geworden. Eerst samen alle post doorgelezen, waar we rustig de tijd nemen om alles te lezen en te beantwoorden. Veel mensen schrijven ook per mail. Het is echt genieten. Diane, je schrijft dat we nogal hard gaan, maar geloof me, dat is het begin. Naarmate je langer onderweg bent worden de ritten korter en vooral in de Pyreneeën komen we onszelf best tegen. Daar ben ik van overtuigd. Ons lichaam raakt ook vermoeider, dat merken we nu al.
Van mijn hulp Marianne, had ik met mijn verjaardag een vliesdeken gekregen en meegenomen. Mijn ervaring van het reizen kennende, wist ik dat dit van pas zou komen en menige nacht ligt hij nu als extra deken op het bed tegen de kou, bovenop de slaapzak. De dagen mogen zonnig zijn, de nachten zijn fris.
 Jeanne d'Arc
Na het ontbijt lopen we het centrum in, 5 minuten van het hotel. Wiel is verrukt van Orléans en vindt de stad mooier dan Parijs. Hij vindt het prachtig en maakt veel foto’s, waar hij tot nu toe weinig belangstelling voor had. Het is echt genieten en dit keer laten we liever de foto’s spreken. Bij de kathedraal ontmoeten we een man uit Zoetermeer die ook op de fiets rondtrekt. Wiel blijft meer dan een half uur met hem in gesprek, terwijl ik in en rondom de kathedraal foto’s maak.
De kathedraal vanuit de verte gezien


In de kathedraal vertelt een mevrouw dat Jeanne d’Arc leefde als herderin. Ten strijde trok verkleed als man en later commandant het leger tegen de Engelsen aanvoerde en overwon. Echter zij werd verraden. Gevangen genomen in Compiegne en ter dood veroordeeld in Rouen.
Brug over de Loire

Tussendoor even een terrasje pikken om mijn rug rust te geven. Lopen is een crime en de hernia speelt vals spel, waardoor de rug het behoorlijk af laat weten. Een broodje uit het vuistje op een bankje in de zon, mensen kijken, de historische gebouwen bewonderen, even hangen over de brugleuning van de Loire. Alles is fijn in deze stad.
Tegen half vijf terug in het hotel en een uurtje mijn bed in gedoken om bij te komen. Morgen misschien weer wat meer belevenissen, nu alleen wat extra foto’s van ons beiden. Daarna een heerlijke maaltijd in het restaurant van het hotel en weer vroeg naar bed voor morgen.


dinsdag 24 mei 2011

Dag 10 24-05-2011 Van Etampes naar Orléans

Het is half zeven als ik wakker ben. Had een akelige droom, misschien wel voor verwerkingen uit mijn leven. Weet er niet goed raad mee en laat het maar gaan. Wiel zit al voor het open raam te piefen. Hij rookt echt nog niet minder, ook al heeft hij zich voorgenomen te stoppen. De lucht ziet er grauw uit vanmorgen. Niet erg, hoeven we ons eens even niet in te smeren en krijgt onze huid een beetje rust. We hebben goed geslapen. Omdat we gisteren zo laat binnen waren moesten we de wekker zetten om de accu’s om te steken voor op te laden. Rond 12 uur vannacht werd ik wakker en waren de eersten al vol. We zetten altijd eerst de minst lege accu’s op de stroom, zodat de anderen een volle nacht op kunnen laden. Een nieuwe dag, wat gaat hij ons weer brengen voor avontuur. In ieder geval eerst naar de bakker om ons ontbijt te halen. Want 20 euro voor twee broodjes en wat yoghurt is toch te gek voor woorden. Het is nog 80 km. naar Orléans. Zouden we het halen vandaag? Wie weet. Fijne dag allemaal. Zet dit vast op het blog, de rest volgt vanavond er onder.
Ja hoor, we hebben het gehaald, met maar 5 km. omrijden. Hadden meer interesse in het ontdekken van de supermarkt, dan op de weg. Eindelijk eens een fatsoenlijk bruin brood kopen en lekkere kaas erbij. Zal wel heel Hollands zijn, maar we vinden dat nog altijd het lekkerste. Het stokbrood komt ons echt de strot uit. Aan het ontbijt, de lunch of bij het diner, de Fransen kunnen niet zonder.
Maar laat ik bij het begin beginnen. In het Ibis hotel bekeek het personeel ons nogal minachtend. Zijn bepaald geen fietsers gewend. We waren niet bepaald van hun stand en dat lieten ze ook duidelijk blijken. Eerst naar de bakker gereden, weer alleen stokbrood. Zodra we op de fiets stappen komt het eerste zonnestraaltje tevoorschijn, terwijl voordien de hemel grijs zag. Het is fris en bijna de hele dag hebben we een trui en jack aan. 5 Km. verder in Ormoy la Riviere, zittend onder de appelbomen, eten we ons stokbrood met wat water. Ontmoeten een Fransman die terug gaat naar Parijs. Was in Italië begonnen met zijn trektocht en bijna thuis. Hij kwam van de camping, had nog geen brood gevonden, dus delen we een stuk met hem. Hij sprak ook nog wat Nederland s, had een jaar in Amsterdam gewoond. Gesterkt trekken we verder.
In Fontaine La Riviera stoppen we voor koffie. We besluiten 2 thee te nemen, Wiel vind de Franse koffie niet lekker. Veel te klein en te sterk. Er staat dat de koffie 1.25 kost, maar voor twee kopjes thee vraagt de man ons 5 euro. En dat voor een dorpscafé. We voelen ons knap genomen. Zelfs de cola is nog goedkoper.
Automobilisten in grote steden houden goed rekening met fietsers, terwijl in dorpen en op het platteland ze je kop er af willen rijden. Bv. Ik steek op de rotonde mijn hand naar links en toch gaat er nog een bijna over me heen naar rechts. We schrokken ons kapot en ik had even tijd nodig om bij te komen. Had zelfs geen tijd om een scheldwoord  naar zijn kop te gooien. (waar blijft mijn beschaafde opvoeding op zulke momenten?) De schrik zit er goed in en elke rotonde kijken we nu extra uit. Heb het al vaker gezegd. Frankrijk is een prachtig land, maar er moesten geen Fransen wonen. Uitzonderingen daargelaten.
In Mereville ontdekken we een prachtige wasplaats langs het riviertje de Juine. Er is veel te zien onderweg. We rijden door kleine dorpjes, over smalle wegen, waar nauwelijks een auto langs komt en genieten van kleur en geur om ons heen.

Moest ineens denken aan de boeken van Wil den Hollander. Wie kent het eerste deel niet, Boerin in Frankrijk? Zoals zij Frankrijk beschrijft rond 1946-‘47, vooral de kleine dorpjes, is er nog nauwelijks iets veranderd. De hoeves zijn nog steeds ommuurd, de honden gaan tekeer als gekken en je ziet geen kip buiten. Misschien gluren ze achter gordijntjes als wij, zoals vandaag in Epreux ons echte brood met lekkere kaas zitten te eten. Na 50 km. besluiten we wat te doen. Stoppen ergens onderweg in een klein dorp of doorrijden naar Orléans en daar twee nachten blijven. We kiezen voor het laatste. Zijn echt toe aan een  rustdag. De hele weg rijden we praktisch zonder fouten totdat we besluiten de Tomtom te gebruiken om een hotel te zoeken.  We hebben het geweten. Het ding brengt ons ruim 4 km. verder en nog steeds geen hotel. Wel komen we weer bij een autoweg uit. Zitten ver van het centrum verwijderd en nog steeds geen onderkomen gevonden. Worden ook nog de verkeerde kant uitgestuurd door een rijschoolhoudster. Uiteindelijk belanden we met hulp van een fietser in het centrum en vinden vlakbij een hotelletje. Heel oud, maar schoon en 2 minuten van het centrum. Redelijk in prijs en goed uit te houden voor twee nachten. Ik zit voor het open raam te schrijven, terwijl Wiel zijn ogen al zijn dichtgevallen. Lieve mensen, bedankt voor alle berichtjes op ons blog en op de mail. We genieten ervan en kijken steeds als eerste naar de post. Morgen een rustdag en genieten. Ons lichaam weer even op orde laten komen, want hier en daar ontstonden de laatste dagen toch wat pijntjes op zitvlak, knieën en op mijn verbrande neus en benen. Zelfs mijn oren zitten vol met korstjes. Ik benijd Wiel  die veel minder pijn heeft aan rug (door al die verschillende bedden) en knieën.
Gereden km. 92.03 gemiddelde snelheid 16.12 km. per uur in 9 uur incl. rust- en zoektijden. Want om niet meer te verdwalen stoppen we nu bij elke belangrijke kruisingen om het boekje na te lezen.
PS.Helaas nog steeds geen oplossing gevonden voor ontbrekende streepjes en andere tekens die op namen horen. Met de alttoets werkt het niet op dit computertje. Onze excuses hiervoor.

maandag 23 mei 2011

Dag 9 23-05-2011 van Montrouge bij Parijs naar Etampes

Sommige dagen hebben een gaatje, sommigen, zoals vandaag kan ik beter geen naam geven. Hoewel er toch ook een mooi lichtpuntje is. Het begon vanmorgen al in het hotel. Tijdens het opladen van onze fietsen viel de kilometerteller van zijn fiets kapot op de grond. Er is totaal niets meer te zien, dus of hij toch doortelt, weten we niet.
Alles wat ook nog verkeerd kan gaan met het zoeken van de wegen is letterlijk verkeerd gegaan. Het begint al bij het uitrijden van Montrouge. We kunnen het goede pad maar niet vinden. Eindelijk bij Sceaux vinden we het Groene fietspad. Inmiddels hadden we al 12 km op de verkeerde weg gereden.
Het is een mooi fietspad, rustig rijden, maar zonder iets bijzonders te zien. Nu hoeft dat ook niet altijd natuurlijk. Tot Massy gaat het prima, maar dan begint de ellende. We komen niet uit de beschrijving. Stoplichten zijn verdwenen door rotondes vervangen. Straatnamen zijn niet terug te vinden en de weg heeft ineens geen nummer meer. Komende plaatsnamen zijn nauwelijks op de borden terug te vinden.
Tot we ineens na 28 km.de juiste route terugvinden. Heerlijk denk ik dan, echter Wiel laat zonder dat ik het weet de tomtom aanstaan. Terwijl ik dus rechtdoor de weg wil volgens, zoals het hoort als je niets anders ziet aangegeven, geeft dat rotding aan dat we een andere weg in moeten slaan.

Wiel zweert dan bij de tomtom, ik kan het ding niet uitstaan, want elke keer, dus ook nu, brengt hij ons totaal van de juiste route af. Dat rotding wil altijd naar een grote weg en dat hoort niet bij deze route. Gevolg kilometers omrijden en ik boos. Is gelukkig snel over maar toch is en blijft het vervelend. Om weer de juiste route terug te vinden is een probleem, dat niet direct is opgelost en het kost ons extra kilometers omrijden. We zijn zo bezig geweest met de weg overal zoeken dat er niet eens tijd en ruimte was om foto’s te maken.

Bij Lardi krijg ik regelmatig kramp in mijn enkel wat doortrekt naar mijn bovenbeen. Wiel masseert het voor we verder rijden en zegt dan nog even tussen neus en lippen door ik hou van je’. Het maakt de hele dag weer goed. We besluiten onderweg een hotel te zoeken, maar voor we er een vinden zijn we pas om 18.45 uur in Etampes. Zelfs hier moeten we nog 3 km. rijden voor we iets vinden. Het ene hotel na het andere is of vol of gesloten. Het enige wat over blijft is het dure Ibis hotel. Afijn, ook wel weer luxe met badkamer en toilet op je kamer.
Wiel is nu nog even de stad in om foto’s te maken en ik zit heerlijk rustig te typen.

Het eerste wat we doen, ’s morgens zowel als ’s avonds, kijken of er berichtjes zijn. We vinden het steeds weer heerlijk om van iedereen wat te horen, ook al zet niet iedereen iets op ons blog, maar op de mail. Fijn is ook te horen dat mijn kleinzoon geniet in mijn huisje.

Wiel komt net terug uit het stadje. Hij vindt het een vieze stad en niet de moeite waard om er een foto aan te besteden. Afijn, morgen zal het beter gaan. Een nieuwe dag, een nieuwe route.

Gereden km. 73.67   Van 9.15 tot 18,45  inclusief zoeken en pauzes. Gemiddelde snelheid 13.71

zondag 22 mei 2011

Dag 8 2011-05-22 Van Villeparisis via Parijs naar Montrouge

Om kwart voor tien vanmorgen vertrokken. Wiel nam liever de bagage gelijk mee. Bij het hotel is geen metro of busverbinding naar Parijs en om 50 a 60 km. heen en weer te rijden is ook zinloos, omdat dezelfde weg morgen dan nog eens gereden moest worden. Ons  hotel ligt dicht bij het fietspad langs het kanaal, welk ons 25 km naar Parijs voert.  Onderweg komen we zoveel trimmers tegen, dat hebben we in Holland nog nooit gezien. Als we het fietspad moeten delen met de trimmers, denken ze dat het hele fietspad van hen is en moeten wij fietsers er doorheen laveren om ongelukken te voorkomen. Ze hebben allemaal muziek op hun hoofd, dus horen ze ook nog geen fietsbel. Het is een mooie tocht met af en toe een klein klimmetje.  Onderweg worden we staande gehouden door twee Fransen die vragen of we Hollanders zijn en een praatje willen maken. Vinden het geweldig dat we naar Santiago fietsen. We worden vaker onderweg aangeroepen. Een keer riep een fietser: St. Jacques? Oui, riepen we en hij wenste ons een Bon Camino. Andere keren wordt zomaar weer Bon voyage toegeroepen. Komen we in kleine dorpjes dan is er altijd wel weer iemand die roept St. Jacque? Komt naar ons toe en wijst de weg. Net alsof er overal waar nodig is engeltjes aanwezig zijn om ons op weg te helpen.

In  Pantin, een voorstadje van Parijs komen we langs een park waar overal mannen in groepen voetballen met een opvouwbaar en heel klein doel. Aan de overzijde is een grote bol met de weerkaatsing van het park nagemaakt. Terwijl de zon er op schijnt geeft het een nog mooiere diepte. Even verder kopen we ons een stokbrood gezond. Een bedelaar vraagt om eten. We nemen hem mee de bakkerij in om een stokbrood te kopen. Hij vraagt ook nog drinken en wil dan nog eens een duur gebakje. Brood en limonade geven we graag.  Nog geen minuut later staat hij alweer te bedelen en brood + limonade is verdwenen. Zo snel kon hij het nooit opgegeten hebben. Rond twaalf uur kwamen we aan in Parijs. Ik heb het als buschauffeur al vaker gezien, maar voor Wiel is alles nieuw.  Bij de Notre Dame is het abnormaal druk door een tentoonstelling in een grote tent tegenover het plein. Langs de lange rij toeristen, die wachten om de kathedraal binnen te komen, loop ik naar de bewaking  om te vragen of ik even door mag lopen in  de kerk  om een stempel in ons paspoort te laten zetten. Ze geven direct toestemming. Hier en daar maak ik nog een mooie foto, maar voor de rest hou ik het voor gezien. Veel te druk en te vol. Wiel wil helemaal niet naar binnen. Terwijl hij op de fietsen past wordt hij regelmatig gevraagd om even een foto te maken van groepjes mensen.
Het rijden met een bus of auto is in Parijs minder prettig dan met de fiets, al hebben we geluk dat het zondag is, minder verkeer en een stuk rustiger. Je merkt toch dat de Fransen rekening houden met fietsers. Bovendien zijn er redelijk veel fietspaden in Parijs. Wanneer Wiel de Eiffeltoren ziet, valt het hem tegen. Hij had er meer van verwacht. We eten hier ons broodje gezond, zittend op een bankje in de zon en bekijken wat er om ons heen allemaal gebeurt. Behalve veel toeristen lopen er allemaal donkere mannen uit Afrikaanse landen kitsch te verkopen. Zodra de politie op de fiets aan komt racen, en dat gebeurt een paar keer in het uur terwijl wij daar zitten, pakken ze allemaal als de bliksem hun spullen en hollen alle kanten uit. Volgens mij zijn het allemaal illegalen die op deze manier wat trachten te verkopen en doodsbang zijn om opgepakt te worden.  Er is totaal geen variatie in wat ze verkopen, grote of kleine Eiffeltorentjes in brons of goudkleur. Allemaal kitsch en ze hangen aan grote ringen. Sommigen hebben alles uitgestald op de grond of op een zitbankje met daaronder een grote doek. Als ze weghollen vliegt een deel van de handel weer over de grond en de paniek is dan groot. Eigenlijk moet je medelijden met ze hebben, want ze verkopen nauwelijks wat. Ze bezitten niet veel denk ik en voor mijn gevoel werken ze allemaal voor een man, maar lopen elkaar in de weg. Parijs met veel plezier bekeken en rondgereden. Met de fiets ben je overal vlugger dan als voetganger of met de metro.

Na ruim 10 km. rondgetoerd te hebben, hier en daar wat foto´s gemaakt houden we het om vier uur voor gezien. Een politieagent schrijft voor ons de weg op naar de route die we moeten hebben. Onderweg op een terrasje cola gedronken en op zoek naar het volgende Formule 1 hotel in Montrouge, wat net buiten Parijs ligt.
Gereden k, 41.92  Gemiddelde snelheid 13.24

zaterdag 21 mei 2011

Dag 7 21-05-2011 Van Compiegne naar Villeparisis

Vannacht rond half een schrok ik wakker. Schijnbaar was een jong stel aan haar huwelijksnacht bezig. Het hele hotel lag mee te genieten van haar gekreun bij elke wip dit hij maakte, totdat je ook hem klaar hoorde komen. Het duurde meer dan 10 minuten en al stop je je oren nog zo dicht, dat helpt van geen meter. Eindelijk rust. Weer net in slaap gevallen en prompt een half uur later begon het gekreun opnieuw. Zelfs Wiel werd er dit keer wakker van. We waren niet de enige die niet meer konden slapen, want anderen hoorden we op hun deur bonzen. Ook die hadden er schoon genoeg van. Vanmorgen kwamen we de eetzaal binnen, waar al twee echtparen zaten te ontbijten. Ze keken ons nogal merkwaardig aan. Misschien dachten ze dat wij het waren geweest, totdat het jong getrouwde  paar de lift uitkwam.
Vandaag rijden we richting Parijs, nog ongeveer 100 km. We kijken wel hoever we komen. De eerste 12 km. rijden we door de bossen van Compiegne. Dan een klim van anderhalve kilometer stijl omhoog, om tot de ontdekking te komen dat we toch de verkeerde afslag hadden genomen. Soms is het moeilijk uit de beschrijving te komen welke weg je moet hebben als er zes wegen zijn op de kruising. Geen probleem, we komen nu langs de uines Gallo Romaines. Er is niet veel meer te zien van het oude theater en we zouden er niet expres voor omgereden zijn. Wel staan de beukenbomen hier prachtig in bloei.

Door de velden fietsend hoor ik Wiel af en toe achter me zingen. Het is zonnig weer en in de middag zelfs 26 graden. Hij heeft het nog steeds naar zijn zin en geen spijt van zijn beslissing. De weg ligt vooral in de kleine dorpen vol kasseien, wat gevaarlijk rijden is, vooral omdat ze niet gelijkmatig aan elkaar liggen. In een van de sleuven ertussen slipt de fiets van wiel en hij kan maar net overeind blijven.  Vooral bergafwaarts is het goed uitkijken. In Montepilloy bekijken we van de buitenkant een oud vervallen kasteel. Ondertussen komt er kreunend en steunend een oude trekker de berg op volgeladen met ronde hooibalen, bestuurd door een vrouw. Ze zwaait en ik schiet snel een paar plaatjes.

Ook in dit dorp missen we de afslag en vliegen de berg af. Helaas. Beneden aangekomen moeten we de klim weer naar boven maken. Ach, de berg is maar twee kilometer en 7%.  Opnieuw door bossen en velden Via Nery, Montepilloy, Vemars, Thieux, Messy naar Gressy. Zomaar een paar van de kleine plaatsen op onze route. Tot hier gaat alles goed. Echter in Gressy gaat het opnieuw fout. We willen naar Mitry et Neuf, maar komen terecht in Mitry-Mory, doordat er een nieuwe rotonde met weg is aangelegd, waar fietsers niet op mogen. Met geen mogelijkheid is terug te vinden hoe nu te rijden. We kachelen op aanraden van iemand maar door en komen uiteindelijk op een rotonde terecht zonder borden. Vragen twee langskomende fietsers of zij ons de weg willen wijzen naar het eerste het beste hotel, want de accu’s zijn praktisch leeg door al dat omrijden. Later ontdekken we dat we rondjes hebben gereden rondom het vliegveld Charles de Gaulle. Vliegtuigen hebben er genoeg boven ons hoofd gevlogen. We hebben ongeveer 12 km. omgereden. We zijn nog aan het nadenken of  we morgen een dag in Parijs doorbrengen of er alleen door zullen rijden. Ik heb Parijs vaak genoeg gezien als buschauffeur, maar Wiel nog nooit. Hij mag kiezen wat we doen. Wij zijn beiden  totaal afgedraaid. Slaap lekker allemaal
Van de linkerman heb ik het mailadres, nu nog proberen via Ziggo hem de foto te sturen: freulon.xavier@wanadoo.fr
Gereden kilometers 92.66, het meeste tot nu toe. 9.45 uur. Gemiddelde snelheid 16.31km.p. uur.

vrijdag 20 mei 2011

Dag 6 20-05-2011 Van St. Quentin naar Compiegne

Als we om kwart voor zeven opstaan is het mistig. Het liefst wil ik me nog eens omdraaien, terwijl Wiel al kant-en-klaar staat. Een uur later plenst de regen met bakken uit de hemel. De lucht trekt steeds meer dicht, totdat we vertrekken. Er vallen nog een paar miezerige druppels als we rond half tien langs het kanaal fietsen, maar tegen half twaalf komt af en toe een verdwaald zonnestraaltje. Het blijft mistig, bewolkt en grauw de rest van de dag tot Noyon, waar we rond twee uur zijn. Volgens de kaart nog 24 km. naar Compiegne.   
Langs het kanaal

Op de D67, richting St. Simon passeren we de eerste Refugio in het dorp,  Tugny et Pont, ongeveer 15.5 km. vanaf St. Quentin. Het ziet er prachtig uit en is geopend van 17 tot 19 uur. We rijden door kleine dorpjes waar vogelouders druk in de weer zijn hun kinderen eten te geven. Maar ook tussen de korenvelden hoor je het kleintjes schreeuwen en zie je de ouders af en aan vliegen. In elke struik langs de weg hoor en zie je wat. De bermen staan vol klaprozen, korenbloemen, margrieten en kamille. Het is genieten van al wat om ons heen gebeurd. Korenvelden wijven hun aren, lichtgeel en groen kleurend. Het koolzaad laat hier en daar al haar gele bloemetjes zien.
Rond 11.50 komt mijn vrouwelijk probleem weer boven. Er staat langs de kale weg, midden in het veld een driekante heg met in het midden een groot kruisbeeld op een hoge vierkante steen. De heg is de enige beschutting waar ik achter kan zitten, althans dat dacht ik. Wanneer ik op mijn hurken zit, merk ik dat ik van beide zijkanten precies in het oog zit, vanaf de weg gezien. Er komt volgens Wiel zelfs een bus militairen langs die alles kunnen zien. Het werd een ware bevalling. De langsrijdende automobilisten hebben er plezier van. Nog geen twee tellen later moet ik opnieuw. Het op mijn hurken zitten had mijn knieën geen goed gedaan, dus nu maar excuses gemaakt aan onze Lieve Heer en achter zijn kruis half op de steen gaan zitten hangen tot mijn hart was gelucht. En Wiel maar lachen en wachten.  Rond 1 uur vinden we een dorpswinkeltje, annex cafeetje, waar we voor het eerst die dag wat kunnen drinken. Echter om thee vragen was een belachelijke zaak. Dus dan maar cola gedronken. Als we buiten komen is de wind, die het tot nu toe af had laten weten, weer harder geworden.  Er zijn nog wel heuvels te beklimmen, maar onze benen zijn sterker geworden. We leren ook de batterijen beter beheersen, door tijdens afdalingen de stroom af te zetten, waardoor we meer kilometers kunnen maken en toch stroom overhouden.

In Noyon houden we een kleine pauze om de eerste Gothische Notre Dame kathedraal te bekijken met daaraan vastgebouwd de middeleeuwse bibliotheek uit 1502.  Het werd gebouwd in de overgangsperiode van Romaans naar Gotisch. In deze kathedraal zijn Karel de Grote en Hugo Capet, de eerste koning na de Carolingers gekroond.
Vanaf Noyon besluiten we de route een stukje in te korten door meer rechtstreeks te rijden. Toch mooie wegen, maar we besparen ons zeker tien kilometer. Het weer werd iets beter. De mist is opgetrokken, grauwe wolken veranderen in een blauwe lucht, met hier en daar nog wat grijs ertussen.  Mijn pet heb ik de hele dag ver over mijn hoofd getrokken. Gisteravond was mijn vooruitstekende neus zo verbrand, dat het nog steeds pijn doet. Volgens Wiel beschermd mijn pet mijn neus, maar ik geloof er niets van. Bovendien krijg ik er alleen  maar hoofdpijn van. Er zijn weinig heuvels  en hele stukken rijden we door het bos. Het is te warm voor een jasje, maar weer te koud om zonder te rijden.

. Om 17 uur komen we aan in Compiegne.  Ook hier vinden we weer een Etappe hotel. Zelfde prijs als in St. Quentin en prettige ontvangst. Na het douchen het stadje in. We vinden een paar beelden van Jeanne D’Arc  en natuurlijk weet ik vanuit de Franse geschiedenis dat Lodewijk de 16e en Marie Antoinette hier gevangen genomen zijn. De hele Franse geschiedenis heb ik altijd gevolgd, maar juist over dit stuk, de weg naar Compiegne, extra veel gelezen. Marie Antoinette heeft me altijd geboeid.
Stadhuis van Compiegne met op de voorgrond beeld van Jeanne D'arc
Gereden kilometers: 73. 46 Aantal uren 7.30 uur Gemiddelde snelheid 17.20 km. per uur.